De alfahond, dominantie en de roedel
De afgelopen jaren kon je in veel hondenboeken en bij veel hondentrainingen lezen en leren over de alfahond, dominantie en de roedelregels. Echter, de wetenschap staat niet stil en inmiddels is door wetenschappelijk onderzoek bewezen dat de termen achterhaald zijn en/of verkeerd gebruikt worden/werden.
Volgens het dominantiemodel wil een hond graag de hoogste status verkrijgen; hij wil de hoogste in de rangorde zijn of ‘de baas’. Op basis van deze theorie ontstond de roedeltheorie die ervan uitgaat dat honden in groepen of roedels leven waarbij er steeds 1 de alfa of ‘de baas’ is. De hond zou je willen domineren en daarom zou jij de hond moeten domineren of de roedelleider moeten zijn of de baas. Jij zou hoger moeten staan dan je hond.
Op basis hiervan ontstonden uiteindelijk ook de roedelregels. Honden mochten niet op de bank of op bed. De kop mocht niet zomaar tegen je aan gelegd worden en jij moest altijd als eerste eten of door de deur. Lag hij in de weg dan moest je hem wegjagen of over hem heen stappen, je hond mocht nooit een spelletje beginnen, eindigen of winnen. Als je hond niet deed wat jij wilde moest je hem verbaal of fysiek straffen en werden er schokbanden gebruikt, werd de hond bij de nek gepakt of werd hij letterlijk in een positie geduwd.
Iets later werden de roedelregels ‘losgekoppeld’ van het dominantiemodel, maar waren de regels nog steeds gebaseerd op de oude bevindingen. En die bevindingen kwamen van wetenschappelijk onderzoek uit het midden van de vorige eeuw waarbij wolven (die elkaar niet zelf hadden uitgekozen en geen familie waren) in gevangenschap werden bestudeerd. Rudolph Schenkel stelde een lineaire hiërarchie vast bij wolven, Niko Tinbergen paste het model toe op wolven en David Mech gebruikte deze bevindingen weer in zijn boek over wolven dat hij in 1970 uitbracht.
Wolf vs Hond
Dit boek is vervolgens gebruikt als ‘de bijbel’ van de hondenwereld. Echter, hier zijn inmiddels een groot aantal problemen bij vastgesteld. Namelijk dat het dominantiemodel helemaal niet klopt als je vrije wolven in de natuur bestudeerd. Daarnaast is een hond geen wolf en hebben honden een andere sociale structuur. Voor die structuur is geen wetenschappelijk bewezen dominantiemodel en verklaart dat model het sociale gedrag van honden niet. Bovendien stuurt dit model aan op aversieve technieken die juist de oorzaak zijn van gedragsproblemen en zeker niet de oplossing.
Nieuwe inzichten
Recentere onderzoeken van wetenschappers waaronder Mech zelf tonen nu aan dat wolven veel meer als een gezin met elkaar samenleven waarin wordt gezorgd voor elkaar, waar er respect is voor de ouderen zoals kinderen hun ouders respecteren en waarin er regels en afspraken binnen het gezin worden gemaakt. Wolven zijn dus helemaal niet de hele tijd agressief en op zoek om de baas te zijn. Ze gaan helemaal niet de hele tijd in gevecht, ze proberen dit juist te vermijden. Ze zijn gericht op een vreedzame samenleving van structuur, liefde en samenwerking.
Naast het feit dat de structuur van de vrije wolven er dus heel anders uitziet dan in 1970 werd gedacht is het leven van (wilde) honden ook heel anders dan het leven van wolven. Ja er is een gemeenschappelijke voorouder, maar door de eeuwen heen zijn de verschillen groter geworden dan de gelijkenissen. Honden hebben een andere lichaamsbouw, ze jagen anders, de voortplanting verloopt op een andere manier en de sociale dynamiek ziet er niet hetzelfde uit. Wilde honden leven bijna nooit in groepen maar juist alleen en heel belangrijk; onder de gezelschapshonden die bij de mensen wonen is er minder coöperatief gedrag vonden naar soortgenoten terwijl dat gedrag bij de wolf en de wilde hond meer aanwezig is. De samenwerking van de gezelschapshond is juist gevonden in het samenwerken met zijn mens passend bij de rol en de functie waar de hond voor gefokt is.
Aversieve technieken
Om het nogmaals te benadrukken; ondanks dat het zo hardnekkig blijft hangen is er weinig wetenschappelijk bewijs voor het dominantiemodel. Dit, in tegenstelling tot het bewijs dat nu allemaal wordt geleverd voor het sociale model. Het is dus eigenlijk niet meer verdedigbaar om je vast te blijven houden aan het dominantiemodel, de roedel en de baas zijn. Het dominantiemodel heeft namelijk nog nooit enig bewijs geleverd voor het sociale gedrag van honden. Juist het tegenovergestelde en daar is de maatschappij dan ook de mist ingegaan met de aversieve technieken.
Want het dominantiemodel is in plaats van de oplossing van gedragsproblemen juist de aanstichter. Veel klanten die naar Wolfhalla komen hebben vaak al ergens bepaalde elementen van het dominantiemodel, de roedeltheorie of aversieve technieken toegepast. Deze hebben de zaak vaak alleen maar erger gemaakt in plaats van opgelost.
Met aversieve technieken is het de bedoeling dat jij je dominantie over de hond laat zien, laat zien dat jij de baas bent en/of dat de hond (te allen tijde) naar jou luistert omdat jij het zegt. Hieronder vallen o.a.:
- Schreeuwen
- Slaan
- Tik op de neus
- Ballen vast pakken
- Bij de nekvel pakken/schudden
- Mond dicht houden/knijpen
- Alfa rol (hond op de rug leggen)
- Slip/wurg/strop/jacht lijn
- Stroomband/schokband
- Trekken aan de lijn
- Laten janken/piepen terwijl de hond duidelijk in angst of paniek is
Deze methoden:
- Doen pijn
- Geven verwondingen
- Leiden tot onbegrip, onzekerheid, angst en frustratie
- Die vervolgens leiden tot ‘probleemgedrag’, ‘uitvalgedrag’ en ‘agressie’
- Hebben een negatief effect op de relatie met jou
- Hond gaat minder met je mee/samenwerken en/of ‘luisteren’
- Leiden tot trager leren
- Leiden tot chronische stress
Maar.. Ik heb toch regels nodig?
Veel mensen raken door dit nieuws onzeker. Maar ik kan dat beest toch niet maar zijn gang laten gaan? Dat is ook zeker niet wat ik hier mee wil aangeven. Een hond is een toevoeging aan jullie gezin. Dat betekent dat hij ‘opgevoed’ moet worden. Niet opgevoed in de zin van ‘ik bepaal en jij luistert’ maar in de zin van begeleiding en coaching. Hoe werkt de wereld? Hoe banen wij ons daar veilig een weg door? ‘Regels’ of afspraken over de zaken die hij in zijn leefsituatie zal tegenkomen en hoe we die aanpakken en tegemoet treden. Afspraken die je samen consequent toepast zorgen voor veiligheid, structuur, orde en voorspelbaarheid. Die regels of afspraken zijn voor ieder gezin anders. Zolang je maar beseft dat ze niet gaan over domineren of de baas zijn of de roedelleider zijn. Ze gaan over vredig en veilig samenleven en moeten passen bij de begeleider en de hond.
Van dominantie naar welzijnsgericht
En voor de mensen die nog steeds een knagend stemmetje in hun hoofd hebben; ja maar de dominantietheorie en roedelregels werken toch? Aan die mensen het volgende: natuurlijk werkt het dominantiemodel en werken de roedelregels. Zeker als ze structureel worden toegepast, want het leven van de hond wordt immers voorspelbaar. Het verschil is echter de achterliggende motivator en/of reden. Namelijk het gebrek aan respect voor het levende individu bij het dominantiemodel en bij de roedelregels. De band zal niet sterk zijn (ook al heb je dat misschien zelf niet altijd door) of liefdevol en is er strafontwijkend gedrag vanuit angst. De emotie van de hond is dus negatief en vandaar dat we dan kunnen spreken van vermindert welzijn.
Welzijnsgericht opvoeden betekent dus niet meer opvoeden vanuit de dominantietheorie of roedelregels, maar vanuit de toegepaste ethologie. Waarin je jouw hond respecteert als autonoom individu en waarin je kijkt hoe jij als begeleider van jouw hond samen tot afspraken kan komen passend bij jullie als begeleider en hond. Hiervoor is het handig om het L.E.G.S. model erbij te passen. Met dit model kijk je naar de leeromgeving en ervaringen, de omgeving waarin jullie je bevinden, de genetica/bouw van je hond en individualiteit van je hond en jezelf. Waar liggen ieders behoeften, grenzen, mogelijkheden, kansen en uitdagingen en hoe vinden jullie samen een prettige basis?