In mijn eerste blog wil ik graag een korte uiteenzetting doen over het natuurlijke gedrag van honden. Waarom? Omdat hier een aantal basisbegrippen kort worden uitgelegd die meespelen en belangrijk zijn voor het samenleven met honden. Begrippen die belangrijk zijn om te begrijpen als je een goede keuze wilt maken tussen trainers, hondenscholen en trainingsmethodieken. Want ik kan wel zeggen dat positieve training echt het beste is voor jouw hond, maar waarom dan? En waarom moet jij mij op mijn woord geloven? Ik werk op wetenschappelijk bewezen gronden. Maar als ik dat doe, dan is het natuurlijk niet gek als jij dat ook doet. Dus lees jij je graag in en wil je weten waarom de dingen werken zoals ze werken. Je wilt zeker weten dat je goed zit! Daarom hieronder een korte en simpele beschrijving van een aantal belangrijke basisbegrippen met een praktijkvoorbeeld om het af te sluiten.
De ethologie, of gedragsbiologie, is de studie naar het natuurlijke gedrag van dieren. Met gedrag bedoelen we alles wat een dier doet of juist niet doet. Gedrag is niet alleen het communiceren met soortgenoten, maar ook eten, slapen en vluchten met als doel de kans op overleven zo groot mogelijk te maken. De ethologie onderzoekt de volgende vragen;
- Wat veroorzaakt gedrag?
- Hoe ontwikkelt gedrag zich tijdens het leven?
- Wat is de evolutie van gedrag?
Oorzaak van gedrag
Gedrag is een reactie van een dier op uitwendige of inwendige prikkels. Deze prikkels motiveren het dier om iets juist wel of niet te gaan doen. Bijvoorbeeld wegvluchten bij een harde knal of komen voor een koekje. Een inwendige prikkel kan een honger- of pijngevoel zijn, een hormoon of emotie. Een uitwendige prikkel is een prikkel van buitenaf, vanuit de omgeving. Bij verschillende diersoorten is er een verschil in gevoeligheid voor verschillende soorten prikkels. Bij honden is de reukzin van groot belang! Sommige prikkels zijn zo sterk dat ze steeds dezelfde reactie oproepen. Dit zijn sleutelprikkels.
Ontwikkeling van gedrag
Het gedrag dat je hond vertoont wordt veroorzaakt door erfelijke factoren en leerprocessen. Erfelijk gedrag is vanaf de geboorte aanwezig bij je hond. Je kan denken aan ras typische eigenschappen zoals schapen drijven of het erf bewaken. (Maar let op; alleen omdat een hond een bepaald ras heeft, wil niet zeggen dat hij die eigenschappen dan ook perse moet bezitten.) Bij dit aangeboren gedrag heb je reflexen en instinct. Reflexen zijn onwillekeurige automatische reacties op een prikkel zoals bijvoorbeeld het borstelen (dat het haar op de rug van je hond omhoog gaat staan). Reflexen zijn een onderdeel van het beschermingsmechanisme van het lichaam. Denk ook aan een zoogreflex van een pup. Het instinct is een ander deel van de gedragspatronen van je hond dat er sinds geboorte al is.
Door je hond dingen te leren kan hij zich nog beter aanpassen aan veranderende omstandigheden en zo zijn overlevingskansen verbeteren of welzijn verhogen. Door gewenning laat je je hond ergens aan wennen en meestal bepaalde prikkels te negeren. Bij conditionering leert je hond bepaalde verbanden te leggen tussen verschillende prikkels. Bijvoorbeeld mij aankijken is een koekje. Beide kunnen helaas ook op een negatieve manier worden toegepast. Bijvoorbeeld blaffen is een shock van een e-collar of hun gehele leven geslagen worden. Inprenting kan alleen tijdens een korte ‘gevoelige’ periode vlak na de geboorte. Het resultaat hiervan is niet makkelijk te veranderen. Imitatie is een vorm van gedrag kopiëren. Een voorbeeld is de moeder of zusjes in het nest nadoen. Zo heb je ook nog lokken, shapen en targettraining. Allen met voor- en nadelen en moeten bij je passen als begeleider van jouw hond.
De evolutie van gedrag
Onze honden hebben zich geleidelijk ontzettend aan onze omgeving aangepast door te evolueren. Echter, niet iedere hond zal zich in dezelfde mate staande kunnen houden in onze maatschappij en zeker niet alle honden kunnen aan de torenhoge verwachtingen van ons mensen voldoen. Belangrijk is om het natuurlijke gedrag van onze honden niet uit het oog te verliezen. Het gedrag dat ze uit zichzelf vertonen. Denk hierbij aan voortplantings-, maternaal-, foerageer-, rust-, territorium-, comfort- en exploratiegedrag. Veel van deze gedragingen worden tegenwoordig door de maatschappij niet meer op prijs gesteld terwijl ze toch echt onder het natuurlijk gedrag van de hond vallen. En nog een stapje verder; mensen gaan de honden ‘straffen’. Het ‘straffen’ van natuurlijk gedrag bij jouw hond zorgt meestal voor grote verwarring en zal de impuls om het te willen niet wegnemen; het is immers natuurlijk gedrag. Wat gebeurd er dan wel met je hond? Hij laat toch het gedrag niet meer zien dat jij niet wilt hebben? Dan werkt het straffen toch? Technisch gezien heb je gelijk. Door te straffen laat je hond bepaald gedrag niet meer zien dus ogenschijnlijk heb jij je doel behaald. Maar! Helaas heb je ook nog andere processen in werking gezet. Je hond laat het gedrag niet! niet meer zien omdat hij klaar is met de prikkel, maar omdat hij letterlijk bang is voor de gevolgen. Hij is bang voor de straf. Uit alle macht probeert hij nu het ongewenste gedrag niet meer te laten zien, hij onderdrukt zijn gevoelens, leeft daardoor dag in dag uit onder spanning en het mislukt ook nog wel eens met als gevolg… nog meer straf! Hij heeft namelijk nooit geleerd wat hij in de plaats kan zetten van het ongewenste gedrag en zit dus klem. Met als gevolg dat hij ook niet op jou kan vertrouwen, want jij bent diegene die hem in die positie zet. Met positieve training kijk je naar exact dezelfde ongewenste gedragingen, maar in plaats van te straffen ga je op een positieve en beloningsgerichte werkwijze met het welzijn van je hond in ogenschouw ander gedrag aanleren waar hij ook nog voor beloond wordt ook! Oftewel, in plaats van spanning toe te voegen haal je spanning weg en komt er ook nog een positieve emotie bij je hond bij vanwege een beloning. Wie wil dit nou niet?
Een krachtig praktijkvoorbeeld
Op een doordeweekse avond loop ik met Sarai de laatste ronde voor het slapen gaan. Sarai is wat geprikkeld en vermoeid dus ik besluit niet door het bos te gaan, waar ik een grotere kans heb om andere honden tegen te komen, maar om een rondje om de weilanden te doen. In de weilanden staan schapen, die vindt ze leuk, maar met wat beloningen loopt ze keurig mee. Tot het moment dat ik even aan het wegdromen ben. Dat kan gebeuren he, ik ben ook maar een mens. Niemand is perfect! Zoals ik al zei; Sarai vindt schapen leuk en ze loopt mee door middel van beloningen en natuurlijk kost dat soms wat moeite. Dus wat gebeurd er; Sarai kijkt naar een schaap en terwijl ik het in slow-motion zie gebeuren en haar nog van het hek wil weglokken raakt ze met haar neus het schrikdraad…
Vanaf dat moment loopt ze met een boogje om de schapen heen. Niet omdat ik haar op de juiste manier heb getraind dat ja, schapen leuk zijn maar beter met rust gelaten moeten worden, maar omdat ze bang is geworden voor de schapen! Ze heeft de shock aan het schaap gekoppeld! Het is best wel sneu om te zien. Ze laat nu dus gedrag zien vanuit een negatieve emotie en spanning. Dat is ook wat er gebeurd als je met straffen werkt of met e-collars/shock-collars. De angst of weerstand voor een bepaald onderwerp wordt alleen maar groter gemaakt door te zo te straffen. Je hebt je hond dan geen goed gedrag aangeleerd of ‘opgevoed’ in de moderne zin van het woord, maar nog angstiger gemaakt waardoor hij zijn gevoel onderdrukt en eigenlijk vlucht!
Op dit moment zijn we natuurlijk bezig om met positieve training deze angst weer weg te nemen en op een harmonieuze wijze met al onze schapen in de buurt verder te leven.
Liefs,
Marra